. De flora van Nederland. Piante. 538 â graminacee.  FAMILIE 18. II. kroonkafjes, de var. oligostdchyus ^) Wachter et Jansen incontrato aarvormige bloeiwijze, de var. polydnthus-) Beek incontrato 12-17-bloemige aartjes. elongatus'') Aschers. et Gr. Naalden tot 7 mM lang, zwak Heen en weer gebogen. Hiervan è de var. hirtus ^) Aschers. et Gr. incontrato behaarde aartjes gevonden. 3. multiflórus â ') Aschers. Aartjes tot 2,5 cM lang, met vele (tot 15) bloemen. Vrijwel Kelkkafjes anche groot, circa 8 en 9 mM lang, het bovenste iets duidelijker toegespitst. Onderste kroonkafje lieti di ruw, meest circa 11 mM lang, incontrato t

• Collaboratore: Central Historic Books / Alamy Foto Stock
• ID dell’immagine: PFNTEN
• Dimensioni dei file: 7,1 MB (193,9 KB Download compresso)
• Liberatorie: Modello - no | Proprietà - no
• Dimensioni: 1376 x 1815 px | 23,3 x 30,7 cm | 9,2 x 12,1 inches | 150dpi

Altre informazioni

Questa foto è un'immagine di pubblico dominio, il che significa che il copyright è scaduto o che il titolare del copyright ha rinunciato a tale diritto. Alamy addebita un costo per l'accesso alla copia ad alta risoluzione dell'immagine.

Questa immagine potrebbe avere delle imperfezioni perché è storica o di reportage.

. De flora van Nederland. Plants. 538 â GRAMINAE. â FAMILIE 18. II. kroonkafjes, de var. oligostdchyus ^) Wachter et Jansen met aarvormige bloeiwijze, de var. polydnthus-) Beek met 12-17-bloemige aartjes. elongatus'') Aschers. et Gr. Naalden tot 7 mM lang, zwak heen en weer gebogen. Hiervan is de var. hirtus ^) Aschers. et Gr. met behaarde aartjes gevonden. 3. multiflórus â ') Aschers. Aartjes tot 2, 5 cM lang, met vele (tot 15) bloemen. Kelkkafjes vrijwel even groot, circa 8 en 9 mM lang, het bovenste iets duidelijker toegespitst. Onderste kroonkafje glad of ruw, meest circa 11 mM lang, met tot meer dan 1 cM lange, vrij krachtige, zwak heen en weer gebogen naald. Randen aan de vrucht elkaar bedek- kend. Vrucht aan de zijde van het bovenste kroonkafje vlak. Als vormen van deze moeten genoemd worden: I. gróssus'') Koch met gladde of ruwe onderste kroonkafjes en II. velütinus ') Koch. met zacht behaarde onderste kroonkafjes. Voorkomen in Europa en in Nederland. De soort komt in bijna geheel Europa in graanvelden, zelden op akkers en aan wegen voor. De vorm X. komt ook in bijna geheel Europa voor, terwijl de vorm S. jn het Oosten en Noorden schijnt te ontbreken. De plant is een lastig onkruid, vooral in roggevelden. De vorm a. is bij ons algemeen, de var. hirtus is van Wassenaar bekend, de andere van Rotterdam. De vorm S. is bij ons bijna alleen van Zuid-Beveland bekend, bijna uitsluitend in den vorm velütinus en is daar waarschijnlijk aangevoerd met graan. Volksnamen. De naam dreps wordt het meest gebruikt. Aan den Zoom der Veluwe heet de plant ganzenhaver. B. arvénsisâ '')L. Akkerdravik (fig. 477). Deze plant is grijsgroen, aan den voet bundelsgewijs vertakt. Destengel is rechtopstaand of wat geknikt opstijgend. De bladen hebben een zacht behaarde scheede en een vrij smalle (meest niet meer dan 6 niM breede), vrij korte, spitse, vlokkig behaarde, aan de randen ruwe schijf. Het tongetje (fig. 477) is duidelijk, tot 2 mM lang, meest in fijne slippen v

Parole chiave associate all'immagine

• bookcentury1900
• bookcollectio
• bookdecade1900
• booksubjectplants